De lente komt dit jaar met heftige horten en stoten. Geen alledaagse maartse buien. Het lijkt eerder op een robbertje vechten met de winter om dan weer uit te huilen bij de herfst. Alsof de lente ons dit keer heel gewillig en wijs wil tonen hoe dat is ‘met vallen en opstaan’. Nog een laatste paar stappen achteruit en dan een ferme stap voorwaarts: dan barst haar bruisende schoonheid los en vangen we haar pracht in onze ogen, ontmoeten we haar in de reinheid van bloesems, in haar zachte warme zon, in een briesje, in de kleur van bloemen en de geur van frisse lucht, in de vlucht van tsjilpende vogels en fladderende vlinders. Een metafoor voor Pasen dat op zijn beurt een metafoor is voor het leven: Jezus die door zijn lijden en sterven de verrijzenis waarmaakt, zoals wij in ons leven lijden, duizend keer sterven en telkens opnieuw de lichtheid van het leven omarmen. Ons lijden is soms groot, soms klein en tot in vele lagen van onszelf kunnen we onze weerstanden en mechanismen, die ons lijden bestendigen, waarnemen. Het vraagt kennis, moed om te voelen en de wil om te reflecteren. Confrontatiegek moeten we haast zijn om de fijnmazigheid en het vernuft van onze belemmerende patronen te kunnen detecteren in ons lichaam. Eens een patroon ontmaskerd is komt de keuzekans: kiezen we voor het oude belemmerende gedrag of voor het nieuwe: dat wat ons opening biedt naar onze eigenheid in zijn pure vorm. Hoe klein het stapje soms ook is (of lijkt) het brengt een lentefris gevoel teweeg, nieuw leven, een verrijzenis uit een stukje belemmering in onszelf. De vreugde kan aanvankelijk van korte duur zijn want onmiddellijk dient er zich weer een uitdaging aan, een nieuwe confrontatie met jezelf; niet zelden in relatie met de anderen. Zij zijn een zegen al wensen we ze soms naar de maan. Als je in je eigen drab durft te blijven staan - ook al heb je geen antwoorden en sta je met lege handen, slaat de machteloosheid toe en wil je vluchten – komt er een tijd dat je jezelf toelacht en vol de lente gunt, dat je de mogelijkheden en kracht in jezelf voelt en durft te vertrouwen. We sterven aan onze overtuigingen en worden opnieuw tot leven gewekt in een meer bevrijde vorm van onszelf. Tegenslagen, rampspoed, ziektes, … velen onder ons worden zwaar beproefd. En het is ook zo dat iedereen met iets zwaar in zijn leven worstelt. Met Paaszondag zoeken kinderoogjes, vol spanning, chocolade eieren in het gras en tussen de lentebloemen. Verrukt om de onmogelijkheid en de magie van het moment vullen ze blij en dartel hun mandjes vol met schatten. De vreugde die vrijkomt wanneer we verrijzen uit onze belemmeringen en overtuigingen - het leed dat we zelf in stand houden - is als de magie van het vinden van een paasei in de tuin: lentefris, speels, doordrongen van levendigheid, vrij, benieuwdmakend naar meer. Van harte veel paasschatten toegewenst!!