In mijn oude paarse short en een afgedankt sportvestje van mijn dochter jog ik door het Tiense weideland. De zon schijnt overheerlijk. Ik bedenk hoe prachtig de lente is. En hoe bijzonder de afwisseling van de 4 seizoenen, ons allen welbekend hier. De relativiteit van de eens zo onaantastbare vier seizoenen. Dat ritme dat onverwoestbaar tot de orde der dingen behoorde. Wat als het klimaat drastisch verandert? Ik loop en mijmer over onze vier seizoenen. Hoe hou je de ervaring van de afwisseling van deze bijzondere cyclus in leven? De 4 seizoenen van Vivaldi strijken door mijn hoofd. Plots zie ik mijn eigen jonge kinderbeentjes in een zachtkleurig oranje rokje. Toen ik 11 jaar was dansten we tijdens een feestelijke schooldag doorheen de 4 seizoenen. Of nee, het was de Morgenstimmung van Edvard Grieg. Hadden we lintjes aan onze vingers? Vast wel. Dat hoort bij de lagere school. Het tafereel raakt me. Ik was het helemaal vergeten. En plots, deze herinnering. Zouden leerkrachten beseffen welke kracht er uit gaat van de herinneringen die ze mee bouwden?
Kan de muziek van Vivaldi de sensitiviteit van het 4 seizoenen-verhaal vertalen voor de niet-kenner? Ik betwijfel het. Misschien moet ik de muziek nog eens herbeluisteren. Met vernieuwde aandacht. Ik jog verder. Vandaag mag het een rustig ritme. Ik ga voor de langere afstand. Heerlijk. Met zo een weer. Ik loop en besef dat de lente hier misschien zijn laatste hoofdstukken schrijft. Nooit meer de kracht van bruisend bloesemleven na maanden van korte dagen, regen en grijze luchten? Een echte winter was het niet. Al lopend herinner ik mij de keren dat ik op het strand ging hardlopen. De zon brandend op mijn huid, de lichte bries van overzee, het geluid van de golfslag, de benen toen nog jonger en glanzender. De voeten ploffend op het ribbelig, natte, harde zand. Het zoute water in petieterige elfenzeetjes opspattend tegen mijn sportschoenen. Ik hou van lopen in warmte. Vrij over het strand, vrij langs de zee. En meeuwen in de lucht. Het licht dat altijd mooi is. Mijn gedachten en innerlijke beelden nemen verder een loopje. Ik zie hoe een mens jogt in een cabine. Misschien een wat ruimere cabine. Het lijkt een dame en soms is het een man. Een mens in de toekomst. Joggend op een loopband, gestyleerde zwarte outfit, midden in beelden van zee en strand. De golfslag nabij. Het weer verandert en regen en wind volgen. Een technisch vernuftig iets omhult de joggende mens met een isolerend materiaal. Een sneeuwstorm slaat toe, huilende wind en ijskoude temperaturen veranderen de cabine in een keiharde survivalwinter. Het digitale natuurgeweld gaat liggen en groene weiden, bloemen, dartele vlinders en zoemende bijtjes omhullen de renner. Het bruist, tsjilpt en tintelt erop los. … Zal het zo vergaan? Zal de toekomstige mens de ervaring van de 4 seizoenen opzoeken in een simulatiecabine? Plots zie ik weer het echte groen en realiseer mij dat ik maar weer beter terugkeer naar het nu. Een lentefrisse ochtend met prachtig groen, dikke gele paardebloemen en lieflijke madeliefjes. De wind speelt harp met het hoge gras in de berm. Ik zie tuintjes omgord met kale Bekaertdraad. Ook dat verwelkom ik in het hier en nu. Geen zon zonder schaduw. Geen leven op aarde zonder praktische kant. De Bekaertdraad, in mijn wereld symbool voor het noodzakelijk fantasieloze praktisch zijn. Het hier en nu. Ik dwaal telkens af en breng me telkens weer sneller naar het hier en nu. Ik geniet van mijn lijf dat mee wil, het rennen, het bewegen, de pracht van de lente. Altijd opnieuw keert het nieuwe leven weer. Nieuw én oud, zoals je het bekijken wil. Een nimmer aflatende kracht die altijd weer wint. Ook als het natuurgeweld de aarde opnieuw voor lange tijd in duisternis zou hullen - op een dag keert de lente weer. Fris, sterker, anders, nieuw. Maar voor nu is het deze oude bekende prachtige mooiste nieuwste lente. In het nu is er geen beter. In het nu is éénheid. Eén. www.mensincontact.com